Down Under

Down Under

Onze route:
Nieuw-Zeeland: Auckland, Russell
Australië: Melbourne, Tasmanië, Melbourne, Wilsons Promontory National Park, Anglesea, Apollo Bay, Peterborough, Port Fairy, Portland, Grampians National Park

Monika poetst de camper Zwitsers schoon. Geen stofje ontsnapt haar aandacht. Alles glimt tot in de kleinste hoekjes. En toch heeft het niet mogen baten. De  inspecteurs van de Australische “Biosecurity” zijn onverbiddelijk. Een grassprietje in de motorruimte bezegelt het oordeel: “inspection failed!” En dat is nog maar het begin. De dame van het ambtelijke “Vicroads” weigert ons een toelating op de Australische straten, de dame van de verzekering verlangt  certificaten voor gas en stroom, die we niet hebben, de douane geeft onze camper niet vrij, de verantwoordelijke personen zijn niet te bereiken, enz. enz. Door niet opgeven en voortdurend telefoneren totdat iedereen ons zat wordt, komt uiteindelijk alles goed, het kost alleen tijd, geld en zenuwen. Na twee weken gedoe rijden we met onze “Bimobil” door Australië.

Even een terugblik: tijdens de camper-overvaart van Auckland naar Melbourne verkennen wij met een huurauto het Noorden van Nieuw-Zeeland. Het stuur rechts, de schakeling links, dat zijn zo de uitdagingen van het rijden in een land met linksverkeer. Moest Monika met de camper steeds “naar links, naar links” roepen om ons op het juiste spoor te houden, was het nu omgekeerd (ik was teveel links) en riep ze “naar rechts, naar rechts”. We nemen met melancholie afscheid van Nieuw-Zeeland bij een glaasje wijn in het pittoreske Russell, dat prachtig aan een inham van de oceaan is gelegen.

En dan Tasmanië, Abel Tasman was de eerste Nederlander hier, maar hij had geen grote interesse voor het eiland. Wij wel, we waren er een week, een beetje kort misschien, maar toch genoeg om van de prachtige natuur te genieten.  We lopen over de lange “board walk” van Cradle  Mountain, we zien de eerste kangoeroes, en andere beesten, zoals wombat, koalabeer en Tasman-duivel, ook al is het in een opvangcentrum voor zielige dieren.

Terug op het vaste land van Australië, in het Wilsons Promontory National Park: met twee lampen speuren we de omgeving af, op zoek naar de wombat, één van die typisch Australische dieren, lelijk en tegelijk aandoenlijk. “Zie jij wat?” “niets”. We zoeken en zoeken, totdat we opgeven en teleurgesteld terug naar de camping gaan. Dan op eens, in de camping zien we hem, een eenzame wombat. Monika schiet foto na foto. En dan, kijk, daar is er nog een, en nog een! Ze lopen voor onze camper langs. Het is een prachtig park met vele dieren en vogels. Vooral de papagaaien zijn niet schuw en komen bij ons op bezoek. Zie de foto’s. Op onze wandelingen ontdekken we slangen, maar nog geen koalaberen.  Die zien we later bij de Kennet River bij de “Great Ocean Road”.

Apropos campings: de Australische campings zijn prima uitgerust, met grote keukens, tv- en internetruimtes en ook leuke dingen voor de talrijke kindertjes, zoals springkussens, zwembad en game-rooms. Vooral in de weekenden is het een vrolijke bedoening met gezellige families en groepen, die de avonden (en ook middagen) onder het genot van barbecue, bier en wijn luidruchtig doorbrengen. Het verlangen naar een rustig plekje ergens in de bush wordt bij ons groter. Misschien later.

Toch bevalt Australië ons zeer goed. We worden ’s morgens gewekt door de coocaburras (de lachende Hans) en de papagaaien. ’s Nachts lopen de kangoeroes, de wallabies en de wombats over de camping. En de meeste Australiërs zijn heel aardig.

Vele groeten
Peter en Monika

Down Under

Unsere Route: 
Neuseeland: Auckland, Russell
Australien: Melbourne, Tasmanien, Melbourne, Wilsons Promontory National Park, Anglesea, Apollo Bay, Peterborough, Port Fairy, Portland, Grampians National Park

Monika putzt das Wohnmobil schweizerisch sauber. Kein Stäubchen entwischt Ihrer Aufmerksamkeit. Alles glänzt bis in die kleinste Ecke. Und doch ist es nicht gut genug. Die Inspektoren der Australischen „Biosecurity“ sind unerbittlich. Ein winziger Grashalm im Motorraum besiegelt das Urteil: „inspection failed!“ Und das ist nur der Anfang. Die Dame des amtlichen „Vicroads“ verweigert uns die Zulassung auf den Australischen Strassen, die Dame der Versicherung verlangt Zertifikate für Gas und Strom, die wir nicht haben, das Zollamt will unser Wohnmobil nicht freigeben, die verantwortlichen Personen sind nicht erreichbar, usw. usw. Durch nicht aufgeben und dauerndes herumtelefonieren, bis Alle genervt sind, kommt schlussendlich alles gut, es kostet nur Zeit, Geld und Nerven. Nach zwei umtriebigen Wochen fahren wir mit unserem „Bimobil“ durch Australien. 

Ein kurzer Rückblick: während der Überfahrt des Wohnmobils von Auckland nach Melbourne „erfahren“ wir mit einem Mietwagen den Norden von Neuseeland. Das Lenkrad rechts, die Schaltung links, dieses sind so die Herausforderungen vom Fahren in einem Land mit Linksverkehr. Im Wohnmobil musste Monika immer wieder „nach links, nach links“ rufen um uns auf der richtigen Spur zu halten, jetzt war es umgekehrt (ich war zu viel links) und musste sie „nach rechts, nach rechts“ rufen. Mit Melancholie nehmen wir Abschied von Neuseeland mit einem Glas Wein im pittoresken Russell, das prächtig an einer Bucht des Ozeans gelegen ist.

Und dann Tasmanien, Abel Tasman war der erste Holländer hier, aber er hatte kein grosses Interesse für die Insel. Wir schon, wir waren für eine Woche dort, ein bisschen kurz vielleicht, aber doch genug um die prächtige Natur zu geniessen. Wir wandern über den langen „Board Walk“ von Cradle Mountain, wir sehen die ersten Kängurus und andere Viecher, wie Wombat, Koala-Bär und Tasmanische Teufel, wenn auch in einem Auffangzentrum für pflegebedürftige Tiere.

Zurück auf dem Festland von Australien, im Wilsons’s Promontory National Park: mit zwei Lampen suchen wir die Umgebung nach Wombats ab, einem von diesen typisch Australischen Tieren, hässlich und gleichzeitig „schnusig“. „Siehst du etwas?“ „Nichts!“ Wir suchen und suchen, bis wir aufgeben und enttäuscht zum Camping zurückkehren. Dann, plötzlich, auf dem Camping, sehen wir ihn, ein einsamer Wombat. Monika schiesst Foto nach Foto. Und dann, schau, da gibt es noch einen, und noch einen! Sie laufen an unserem Wohnmobil vorbei. Es ist ein prächtiger Park mit vielen Tieren und speziellen Vögeln. Vor allem die Papageien sind gar nicht scheu und kommen bei uns auf Besuch. Siehe die Fotos. Auf unseren Wanderungen entdecken wir Schlangen, aber noch keine Koala-Bären, die sehen wir später beim Kennet River bei der „Great Ocean Road“.

Apropos Campings: die Australischen Campings sind sehr gut ausgerüstet, mit grossen Küchen, Fernseh- und Interneträumen und auch lustige Sachen für die zahlreichen Kinder, wie Springkissen, Freibad und Game-Rooms. Vor allem während den Wochenenden gibt es ein fröhliches Treiben mit geselligen Familien und Gruppen, die die Abenden (und auch die Nachmittage) unter dem Genuss von Grilliertem, Bier und Wein verbringen. Das Verlangen nach einem ruhigen Fleckchen  irgendwo im Bush steigt. Vielleicht später.

Doch gefällt Australien uns sehr gut. Wir werden am Morgen von Kookaburras (lachender Hans) und Papageien geweckt. Nachts laufen die Kängurus, die Wallabies und die Wombats über den Camping. Und die meisten Australier sind sehr nett.

Viele Grüsse
Peter und Monika